WOUDENBERG Het college van burgemeester en wethouders heeft kennis genomen van de resultaten over de doorstroming op de provinciale weg N224. Er is een aantal speerpunten voor de leefbaarheid benoemd.
De gemeenten Renswoude, Scherpenzeel en Woudenberg hebben de provincies Gelderland en Utrecht gevraagd een onderzoek te doen naar de toenemende drukte op de N224 en mogelijke oplossingen voor dit probleem.
Uit het eerste deel van het onderzoek blijkt dat de weg druk is en dat het verkeer zal toenemen. Het blijft echter wel binnen de wettelijke voorschriften.
Het college van burgemeester en wethouders benoemt de volgende punten: ‘Oversteken en uitritten bij de gemengde bebouwing ten oosten van Woudenberg. Met name de situatie van de oversteken verbetert als de Provincie de plannen voor het verkeersveiliger maken van de Stationsweg Oost realiseert.’
Er zijn meer oplossing voor handen: ‘De rotonde N224 en de N226 en verkeerslichten bij de Klomp: Door congestie zijn hier in de toekomst meer ongevallen te verwachten. Dit geldt met name voor de situatie bij de Klomp. Omdat het bij de rotonde N224 en de N226 auto’s onderling betreft met doorgaans beperkte snelheid vanwege de kruisingsvorm en congestie, is dit aandachtspunt wel van een andere orde dan oversteken voor langzaam verkeer. Daarnaast wordt de situatie voor fietsers in de toekomst met de ondertunneling verbeterd.’
De gemeenten Renswoude, Scherpenzeel en Woudenberg hebben plannen voor de bouw van woningen en bedrijven, waarvan het bestemmingsverkeer op de N224 zal uitkomen. ‘Op basis van de situatie op de N224 en het netwerk is er ruimte voor het gedeeltelijk realiseren van ambities. Er is wel een aantal negatieve gevolgen geconstateerd. Er zal dus sprake zijn van een belangenafweging’, aldus het college van burgemeester en wethouders.
Het is een aantal factoren: ‘De spitsreistijd neemt toe, maar blijft net binnen het gebruikelijke criterium van anderhalf keer de reistijd in “de daluren”. De verkeerstoename vergroot de bestaande problemen van barrièrewerking en verkeersonveiligheid.’
‘Deze nemen gradueel toe met de omvang van het programma, maar veranderen niet wezenlijk van karakter. De netwerkstudie geeft tevens aan dat realisatie van nieuwe locaties, met name wonen ‘over’ de randweg, tot nieuwe problematiek leidt. Deze locaties liggen verder af van voorzieningen. Er wordt nieuwe barrièrewerking geïntroduceerd en de koppeling aan de bestaande kern is zwak,’ constateert het college van burgemeester en wethouders.
0 reacties