WOUDENBERG Het college van burgemeester en wethouders heeft voor de jaren 2025 tot 2028 een begroting met twee gezichten gepresenteerd. In 2025 is er nog geen probleem. De jaren daarna schrijft Woudenberg diep rode cijfers. Dit komt door de bezuinigingen op de uitkering van het Gemeentefonds door het rijk.
De gemeente Woudenberg heeft een begroting van 49,1 miljoen. Woudenberg krijgt 17,6 miljoen binnen door de lokale kosten. De overige 31,5 miljoen komen bij het rijk vandaan. In de begroting schrijft het college van burgemeester en wethouders: ‘De afgelopen jaren hebben we ons al voorbereid op financieel onzekere tijden vanwege het naderende ravijn, de effecten van de herverdeling van het gemeentefonds en een toenemende zorgvraag en inflatie. We moeten helaas constateren dat deze voorbereidingen terecht zijn geweest.’
De Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG) heeft 2026 het ‘ravijnjaar’ gedoopt. Zoals het er nu uitziet gaat het rijk dan het geld uit het Gemeentefonds op een andere manier verdelen. Dat heeft voor veel gemeenten en ook Woudenberg tot gevolg dat ze met een groot financieel gat moeten werken. De VNG en de gemeenten en ook Woudenberg voeren actie om de landelijke overheid te overtuigen dat deze maatregelen desastreuze gevolgen zullen hebben. Ze vinden in Den Haag tot nu toe weinig gehoor. Na de verkiezingen voor de Tweede Kamer heerste in gemeenteland een tijdje de hoop dat het nieuwe kabinet meer geld naar de gemeenten zou sluizen en de gevreesde nieuwe verdeling van het geld uit het Gemeentefonds zou terug draaien. Maar dat is niet gebeurd.
Toen dit college van burgemeester en wethouders aantrad, kwam Woudenberg uit een lastige financiële situatie. De gemeentebestuurders en de onderhandelaars van hun fracties besloten toen geen nieuwe initiatieven te ontplooien. Ook al omdat de eerste contouren van de problemen van 2026 al aan de horizon zichtbaar werden. Toch constateert het college van burgemeester en wethouders (met wethouders van de SGP, het CDA en de PvdA/GroenLinks) met tevredenheid: ‘Het college van burgemeester en wethouders dat in mei 2022 is aangetreden heeft alleen ‘beleidsarme’ begrotingen opgesteld.’
Het college van burgemeester en wethouders vervolgt: ‘De afgelopen jaren hebben we ons al voorbereid op financieel onzekere tijden vanwege het naderende ravijn, de effecten van de herverdeling van het gemeentefonds en een toenemende zorgvraag en inflatie. We moeten helaas constateren dat deze voorbereidingen terecht zijn geweest. Het woord beleidsarm is inmiddels bijna geïnternaliseerd. Maar doet niet volledig recht aan de waarheid. De gemeente heeft de afgelopen jaren grote stappen gezet op allerlei beleidsterreinen en in de uitvoering zijn wij op stoom.’
In 2025 houdt Woudenberg iets meer dan 170.000 euro over. Maar in de jaren daarna worden de vooruitzichten allengs slechter. De inkomsten uit het gemeentefonds dalen vanaf 2026 voor Woudenberg met gemiddeld € 1,2 miljoen. In 2026 komt de gemeente naar verwachting 1,289 miljoen (bijna 1,290 miljoen) tekort. Dat wordt in de volgende twee jaren 1,414 miljoen. Dat is in 3 jaar 4,117 miljoen. Daarbij moet worden aangetekend dat het Rijk op dit moment weliswaar 31 miljoen per jaar betaalt. Maar dat is zogeheten geoormerkt geld. De gemeente kan niet zelf bepalen hoe dat geld besteed zal worden. De landelijke overheid geeft de gemeenten steeds meer taken, maar past niet het benodigde geld bij. Het geld om het gat te dichten moet dus uit de 17,6 miljoen komen die de gemeente zelf ophaalt. Dat zou kunnen door de lokale lasten te verhogen. Het college van burgemeester en wethouders schrijft: ‘Het college stelt voor de lokale lastendruk 2025 minimaal te laten stijgen ten opzichte van 2024.’ Het gaat dan om een verhoging van ongeveer één procent.
Het college van burgemeester en wethouders legt uit hoe dat zit: ‘Het verschil tussen het eerste begrotingsjaar en de overige begrotingsjaren heeft alles te maken met de lagere inkomsten uit het gemeentefonds die Woudenberg ontvangt van het Rijk.’ ‘Wel wordt in lijn met de Kadenota 2025-2028 voorgesteld de OZB-tarieven niet-woningen meer te laten stijgen dan de inflatiecorrectie,’ zegt het college van burgemeester en wethouders. De tarieven 2025 voor afvalstoffenheffing en rioolheffing blijven gelijk ten opzichte van 2024. Dit betekent dat er ook geen indexatie of inflatiecorrectie plaats zal vinden. Het college van burgemeester en wethouders stelt voor de tarieven dus te bevriezen voor 2025. Het Onroerend Zaak Belasting-tarief (OZB) woningen stijgt wel met de inflatiecorrectie van 2,8 procent en de tarieven OZB niet-woningen stijgen met 5,6 procent. Dat is het dubbele van het OZB tarief voor woningen. Dit punt werd door de fractie van de PvdA/GroenLinks in de gemeenteraad regelmatig aan de orde gesteld. Na veel discussie heeft deze fractie gelijk gekregen.
De stijging van de lokale lastendruk voor 2025 ziet er als volgt uit:
– Meerpersoonshuishouden 1,25 %.
– Eenpersoonhuishouden 1,30 %.
– Bedrijven 5 %.
De gemeente gaat zich bezinnen op haar taken. Daarbij gaat het vooral over wat ze wel en niet moeten doen. Het college van burgemeester en wethouders schrijft over dit onderwerp: ‘In de jaren 2026 en verder is sprake van een fors financieel tekort. Vanwege dit structureel financieel tekort zullen wij in 2025 een kerntakendiscussie voeren met de gemeenteraad, in overleg met inwoners van onze gemeente. Aansluitend zal ook missie en visie van de gemeente worden aangepast zoals verwerkt in de strategiekaart. Het college gaat in 2025 graag met de raad in gesprek over de strategie voor de komende jaren.’
De gemeente gaat een kerntakendiscussie met de raad en bewoners voeren
door Gerhard te Winkel
‘Het woord beleidsarm is bijna geïnternaliseerd’
0 reacties